Wat zijn de paramedische competenties?

​Deskundigheidsbevorderende activiteiten en scholingen in het Kwaliteitsregister Paramedici dragen bij aan de ontwikkeling van je beroepscompetenties en de paramedische competenties. De methodiek om je paramedische competenties te beschrijven is gebaseerd op het CanMed model. Het model maakt gebruik van één centrale rol, het paramedisch handelen (de paramedicus met vakinhoudelijke competenties) en zes competentiegebieden die daarmee samenhangen. Samen vormen zij de zeven CanMEDS-competentiegebieden.

Image
KP_IPO_competenties

De deskundigheidsbevordering die wordt geregistreerd in het Kwaliteitsregister Paramedici, wordt verdeeld over de zeven CanMEDS-competentiegebieden. Hiervoor is gekozen, omdat de meeste beroepen in de gezondheidszorg reeds deze competentiegebieden gebruiken. Binnen de beroepsprofielen zijn de beroepsspecifieke aspecten nader uitgewerkt. De beroepsprofielen blijven de basis voor de beroepsuitoefening, de opleiding en de binnen de beroepsgroep geldende kwaliteitsinstrumenten.

Uitleg per paramedische competentie

Hieronder staan per competentiegebied voorbeeldonderwerpen beschreven. Een deskundigheidsbevorderende activiteit over het onderwerp draagt bij aan het verder ontwikkelen van het competentiegebied.

Paramedisch handelen (beroep specifiek, vakinhoudelijk handelen)

“Heb ik kennis verworven over het beroepsmatig handelen, de zorgverlening of behandeling aan cliënten?”

Voorbeelden: beroepsspecfieke onderwerpen (diëtetiek, ergotherapie, logopedie, huidtherapie, optometrie, orthoptie, podotherapie, oefentherapie, medische beeldvorming, radiotherapie), anatomie/fysiologie, pathologie, ziektebeelden en beperkingen, paramedische diagnostiek, zelfmanagement, ondersteuning en begeleiding, preventie, interventies, voorbehouden en risicovolle handelingen, onderzoeks- of behandelplan, hulp-en ondersteuningsmiddelen, behandelmethoden, standaarden, richtlijnen.

Communicatie

“Heb ik meer kennis verworven over de communicatie met patiënten/cliënten/andere betrokkenen?” Voorbeelden: gesprekstechnieken, voorlichting, theoretische communicatie, gedragsbeïnvloeding, motivatie, empowerment, gebruik van ICT en sociale media.

Samenwerking

“Heb ik meer kennis verworven over het samenwerken met zorgontvangers, zorgverleners en zorginstellingen?”

Voorbeelden: ketenzorg, verslaglegging en overdracht, ondersteuning mantelzorg, mono- en multidisciplinaire samenwerking, groepsdynamiek.

Kennis en wetenschap

“Heb ik meer kennis verworven om te reflecteren op mijn deskundigheid en de onderbouwing van mijn handelen?”

Voorbeelden: onderzoeksmethodiek, toepassing van wetenschap, evidence based practice, feedback, lezen wetenschappelijke artikelen, opzetten praktijkonderzoek, schrijven van een wetenschappelijk artikel.

Maatschappelijk handelen

“Heb ik meer kennis verworven over de maatschappelijke context en het bevorderen van gezondheid?”

Voorbeelden: epidemiologie, preventie, culturele achtergronden, sociale netwerken, leefstijlbevordering.

Organisatie

“Heb ik meer kennis verworven over de wijze waarop zorg kan worden georganiseerd?”

Voorbeelden: organisatiekunde, kleinschalige woonvormen, betaalbaarheid van de zorg, coördinatie en continuïteit, indicatiestelling, zorg op afstand, patiëntveiligheid, werkklimaat, et cetera.

Professionaliteit en kwaliteit

“Heb ik meer kennis verworven over de professionele standaard en kwaliteitsborging?”

Voorbeelden: wet- en regelgeving, beroepscode, beroepsprofielen, beroepsvereniging, beroepsimago, kwaliteitsregistratie, kwaliteitssystemen.