‘Met geavanceerde apparaten mensen helpen, dat is wel een héle mooie combinatie’
Affiniteit met techniek en computers heb ik altijd al gehad, maar ik zag mezelf niet programmeren en de hele dag achter de computer zitten. Ik wilde er iets in de praktijk mee doen. Mijn moeder werkte in de jeugdzorg als crisisbegeleider en teamhoofd. Ze wist al meer over het ziekenhuis en de functies daarbinnen en kwam met de suggestie een dag mee te lopen in het ziekenhuis. Daar zag ik de CT-scans, de MRI en de PET/CT-scan en dacht ik: yes, met geavanceerde apparaten mensen helpen, dat is wel een héle mooie combinatie. Die interesse in de zorg heb ik dus van mijn moeder. Ik ben in dit ziekenhuis begonnen als stagiair en dat beviel zo goed, dat ik wist dat ik hier wilde blijven werken. Na mijn stage werkte ik even in het medisch lab. Toen er een opening kwam bij de afdeling nucleaire geneeskunde kon ik daardoor gelijk binnenstromen. Nu ben ik alweer vijf jaar aan het werk, als vaste MBB’er bij de nucleaire geneeskunde.
Radiologie
De meeste MBB’ers werken op de radiologie. Bijvoorbeeld op de röntgenkamer, CT, MRI, angiokamer en de echo. Onderzoeken die zij doen zijn röntgenonderzoeken zoals mammografie -onderzoek van de borsten-, angiografie -onderzoek van de bloedvaten- en interventies. Een MBB’er is verantwoordelijk voor de beeldkwaliteit, de stralingshygiëne en de begeleiding van de patiënt.
Er zijn heel veel onderzoeken en interventies die we met de beeldvorming kunnen uitvoeren
Bij de afdeling nucleaire geneeskunde onderzoeken we de patiënt met behulp van radioactieve stoffen. De radioactieve stof gebruiken we om de werking van een orgaan of ziekte in beeld te brengen. Bijvoorbeeld als iemand last van het hart heeft, de schildklier niet goed werkt of wanneer de maag niet goed ledigt. We kunnen het allemaal onderzoeken. Zo kunnen we ook specifieke hersengebieden in beeld brengen om bijvoorbeeld Parkinsons mee aan te tonen. Er zijn dus heel veel onderzoeken en interventies die we op de afdeling kunnen uitvoeren. Hiermee kunnen we de patiënt op vele manieren helpen.
Combinatieafdeling van radiologie en nucleaire geneeskunde
In de meeste ziekenhuizen bestaat een combinatieafdeling van radiologie en nucleaire geneeskunde. Zo is dat ook bij ons het geval. Dit stelt ons in staat om ons zowel te ontwikkelen bij nucleaire geneeskunde als bij de radiologie. Sommige MBB’ers doen bijvoorbeeld de combinatie PET/CT en MRI of PET/CT en CCTA. Dit zie je ook terug in de soorten onderzoeken die we op de nucleaire geneeskunde uitvoeren. Zo hebben we een dubbelkops CT-camera waarmee we ook röntgenonderzoeken uitvoeren zonder radioactiviteit. Daarmee onderzoeken we bijvoorbeeld verkalking van het hart, longembolieën en andere ziektes die jij bij een normale CT ook kan zien. Dat doen we samen met de radiologie.
Radiotherapie; het bestrijden van kanker
De andere kant van het beroep MBB’er is de radiotherapie, dus het bestralen van mensen en het bestrijden van kanker. Door de bestraling worden slechte cellen kapot gemaakt, waarbij we hopen dat het de patiënt helpt beter te worden. Het kan ook gebruikt worden voor een palliatieve behandeling. Dus iemand is niet meer te genezen maar je probeert de klachten die iemand heeft door bijvoorbeeld metastasen in de rug te verminderen. Radiotherapie is wel een vak apart, waarbij je echt kiest voor die specialisatie en je weinig uitstappen maakt naar radiodiagnostiek.
Begeleiden van stagiaires
Het leukste aan mijn vak vind ik het begeleiden van stagiaires, dus mensen instrueren en uitleggen hoe het vak in zijn werk gaat. Daarmee test je ook je eigen kennis, je duikt verder in de techniek en in hoe zo’n onderzoek werkelijk in elkaar zit. Je kunt zo’n onderzoek wel uitvoeren en het protocol volgen maar -om iets goed te kunnen uitleggen-, moet je ook daadwerkelijk weten wat je doet. Ik merk dat hoe meer ik leer, hoe meer ik erachter kom dat ik nog lang niet alles weet van wat er in zo’n onderzoek gaande is. Ik heb dus nog veel te leren en dat vind ik leuk.
Als MBB’er moet je sociaal sterk in je schoenen staan
Ik kan iedereen aanraden om studenten te begeleiden. Wees daarbij niet bang om een keer iets niet te weten, want het is dan juist een mooi moment om samen te onderzoeken hoe het dan wel zit. Je laat ook meteen zien dat het niet erg is als je iets niet weet. Ik zie vaak dat stagiaires bang zijn dat ze boven hun kunnen presteren. Ze zijn in een compleet nieuwe situatie, in een ziekenhuis met patiënten die ook weleens stervende kunnen zijn. Als je dan een fout maakt, reken je dat je jezelf erg aan. Als je dan ziet dat de begeleider ook niet alles weet, maar wel het antwoord samen wilt opzoeken, zorgt dat voor een veilig gevoel bij de student. Als MBB’er moet je sociaal sterk in je schoenen staan. Het is zo belangrijk om goed te communiceren met je collega’s zoals bijvoorbeeld met artsen. Dit is wat ook veel stagiaires op de werkvloer ervaren. Het is echt een onderdeel van het vak, gelukkig kun je hier ook wel snel in ontwikkelen.
Een harde huid
Wanneer je een scan maakt en je weet dat het niet goed zit vind ik het soms lastig om nog een recht gezicht te trekken. Bijvoorbeeld als een ziekte zo ver gevorderd is dat het zeker is dat de patiënt het niet gaat redden. In zo'n geval moet je wel een harde huid hebben. Je mag immers niets uiten aan de patiënt. De arts is namelijk degene die het verslag maakt en het mogelijke slechte nieuws moet delen. Soms krijg ik van een patiënt de vraag of ik kan vertellen wat ik heb gezien. Dan moet je stevig in je schoenen staan en uitleggen dat ze moeten wachten op het verslag van de arts.
Wanneer je jouw theoretische kennis op orde houdt, blijf je flexibeler bij veranderende situaties
Ik vind het belangrijk om een Kwaliteitsregistratie voor Paramedici te hebben, zodat het duidelijk is dat er een bepaalde kwaliteitsstandaard is. Paramedici in het kwaliteitsregister voldoen aan deze maatstaaf. Je wilt dat mensen capabel genoeg blijven om de onderzoeken en interventies uit te voeren. Stel, je werkt al zeven jaar op een afdeling; dan heb je veel praktijkervaring maar je moet óók je theoretische kennis op peil houden. Als je daar niet actief achteraan gaat, dan zakt deze kennis weg en kun je fouten gaan maken. Toen ik de post-HBO CT deed, waarbij je weer dieper duikt in de parameters die je gebruikt en de protocollen die zijn opgesteld, zie je dat je hier zelf veel invloed op kan hebben. Dat vond ik een eyeopener. Wanneer je de theoretische kennis op orde houdt, blijf je flexibeler bij veranderende situaties en kun je hier beter op anticiperen. Verder is het heel waardevol om bijeenkomsten in het ziekenhuis bij te wonen zoals overleggen en presentaties van artsen over de ontwikkelingen in het vakgebied.
De coronacrisis en kwaliteitsregistratie
Het eerste jaar van de coronacrisis was het lastiger om aan kwaliteitsregistratie te werken, bijvoorbeeld omdat intercollegiaal overleg moeilijker was om te organiseren. De aandacht ging vooral naar de coronasituatie. Zo hadden we aan het begin van de crisis bij de nucleaire geneeskunde veel coronapatiënten op de afdeling. We onderzochten hoe de infectie zich vordert in de longen en de rest van het lichaam. Deze initiële data die daaruit is gekomen, hebben we daarna goed kunnen gebruiken bij het doen van CT-scans bij coronapatiënten.
Blijf jezelf uitdagen
Na mijn post-hbo zat ik lekker in de flow en wilde ik graag door met studeren. Op dit moment volg ik de Master ‘Innovatie Zorg en Welzijn’. Hierbij leer je veel over hoe je wetenschappelijk onderzoek uitvoert en hoe je daarbij bijvoorbeeld interviews afneemt. Ook komt een stuk management aan bod, maar zover ben ik nog niet. Deze opleiding vind ik voor mezelf een enorm leuke uitdaging. Wat ik graag aan anderen wil meegeven is; blijf jezelf uitdagen. Ik heb bijvoorbeeld zelf meegemaakt dat ik me op een bepaald moment verveelde. Dus; wanneer je in een bepaalde routine terecht komt en je snapt alles al, onderzoek dan hoe je jezelf kunt blijven uitdagen!